strafrecht
Een strafrechtelijke procedure is een rechtszaak tussen een verdachte en het Openbaar Ministerie (OM). De officier van justitie vertegenwoordigt het OM. Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
Strafbare feiten
Er zijn 2 soorten strafbare feiten: overtredingen en misdrijven. Overtredingen zijn lichte vergrijpen, misdrijven zijn ernstiger. Iemand kan alleen veroordeeld worden voor een feit dat in de wet als strafbaar beschreven staat. Wat strafbaar is, staat in het Wetboek van Strafrecht. Maar ook in andere wetten, zoals de Wegenverkeerswet, de Wapenwet, de Opiumwet, de Warenwet of de Leerplichtwet.
Opsporingsonderzoek
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De politie komt op het spoor van een strafbaar feit, of iemand doet aangifte. Er wordt dan een opsporingsonderzoek gestart, onder leiding van de officier van justitie. De politie gaat op zoek naar de verdachte en verzamelt bewijs, bijvoorbeeld door getuigen te verhoren. Alle bevindingen van de politie worden opgeschreven in een proces-verbaal. Dit gaat naar de officier van justitie. Hij vertegenwoordigt het OM. De officier van justie beoordeelt of alle feiten duidelijk zijn en hoe sterk het bewijs is. Hij neemt uiteindelijk de beslissing of de verdachte voor de rechter komt.
Verder onderzoek
De officier van justitie kan besluiten dat er verder onderzoek nodig is. Het kan zijn dat de verdachte tijdens dat onderzoek vast moet blijven zitten. De officier van justitie vraagt dan aan de rechter-commissaris om voorlopige gevangenisstraf op te leggen.
Strafzaak seponeren
Het kan ook gebeuren dat de officier van justitie besluit niet te vervolgen. Bijvoorbeeld omdat er te weinig bewijs is. Dat heet seponeren. De zaak is dan afgedaan.
Strafzaak schikken
Bij een schikking besluit de officier van justitie de verdachte niet te vervolgen. De verdachte krijgt dan wel een boete. Als de verdachte deze niet betaalt, dan komt de zaak alsnog voor de rechter.
Dagvaarding
Als de officier van justitie besluit de verdachte voor de rechter te brengen, dan stuurt hij een dagvaarding. In de dagvaarding staat waar iemand van wordt verdacht en wanneer hij moet voorkomen.
Vonnis
Op de zitting onderzoekt de rechter of er voldoende bewijs is tegen de verdachte. Ook onderzoekt hij of er werkelijk sprake is van een strafbaar feit. Bovendien gaat hij na of er verzwarende of verzachtende omstandigheden zijn. Uiteindelijk doet de rechter een uitspraak: het vonnis. Als de rechter een straf oplegt, zorgt de officier van justitie voor de uitvoering daarvan.
Hoger beroep
Regelmatig zijn de officier van justitie of de verdachte het niet eens met het vonnis. Zij kunnen dan in hoger beroep gaan. Andere rechters gaan de zaak dan opnieuw behandelen.
Advocaat
Als u verdachte bent in een strafzaak, bent u niet verplicht een advocaat in te schakelen. Het is verstandig om dit wel te doen. Een advocaat controleert of tijdens de opsporingsfase alles volgens de regels verloopt. Hij bereidt met u de rechtszitting voor. Hij mag ook aanwezig zijn tijdens uw verhoor en het verhoor van de getuigen.Welke straffen kent het Nederlandse recht?
Wanneer iemand wordt veroordeeld voor een bepaald strafbaar feit, volgt er meestal een bijbehorende straf. In Nederland bestaan nogal een aantal verschillende soorten straf, afgezien van de gevangenisstraf die iedereen wel zal kennen.
De straffen zijn ingedeeld in hoofdstraffen en bijkomende straffen. Naast een straf kan ook nog een zogenaamde maatregel worden toegepast. Wat deze straffen en maatregelen zijn, zal in dit artikel worden beschreven.
Hoofdstraffen
De hoofdstraffen zijn de belangrijkste straffen in Nederland. Het zijn tevens de bekendste vormen van straf. Er zijn vier hoofdstraffen: de gevangenisstraf, de hechtenis, de taakstraf en de geldboete. Het is afhankelijk van het soort delict en de omstandigheden ervan welke straf opgelegd zal worden. Elk delict heeft een eigen maximumstraf en een eigen maximumboete. Daar mag de rechter niet overheen gaan, maar daarbinnen heeft hij veel vrijheid om de straf te bepalen. Hierna zullen de straffen achtereenvolgens besproken worden.
Gevangenisstraf
Als eerste (en belangrijkste) bestaat de gevangenisstraf, levenslang of tijdelijk. In het geval gevangenisstraf wordt opgelegd, is dit voor minimaal één dag en voor maximaal 15 jaar. Het maximum wordt verhoogd wanneer de maximale straf levenslang is, dan kan eventueel tot 30 jaar worden opgelegd. Een straf tussen 30 jaar en levenslang kan dus nooit opgelegd worden.
Hechtenis
Naast de gevangenisstraf bestaat de hechtenis. Hechtenis wordt in beginsel enkel opgelegd voor overtredingen. Deze straf is, net als de gevangenisstraf, een vrijheidsstraf. De veroordeelde ‘zit vast’. Hechtenis moet worden onderscheiden van ‘voorlopige hechtenis’. Hechtenis is een straf, terwijl voorlopige hechtenis gaat over de tijd voordat de definitieve straf wordt opgelegd.
Taakstraf
De taakstraf kan een leerstraf en een werkstraf zijn. Het soort straf wordt uitdrukkelijk in het vonnis bepaald. Bij een taakstraf kan het gaan om het prikken van papiertjes tot het schoonmaken van graffiti tot het aanleren van sociale vaardigheden. Dit soort straf kan worden opgelegd voor maximaal 480 uur, waarvan maximaal 240 uur werkstraf.Een taakstraf kan niet worden opgelegd wanneer er ook al een gevangenisstraf van meer dan een half jaar is opgelegd. Daarnaast kan een taakstraf enkel worden opgelegd wanneer iemand is veroordeeld voor een misdrijf (in tegenstelling tot de lichtere overtreding, waar dit soort straf niet mogelijk is).
Wanneer de taakstraf niet wordt volbracht moet de resterende tijd in de cel worden volgemaakt. Per twee uur taakstraf wordt een dag cel gerekend.
De geldboete als straf
Ten slotte kan een geldboete worden opgelegd door de rechter. Deze geldboetes zijn in de wet met categorieën aangeduid, zo kan er op een delict een maximale ‘geldboete van de derde categorie’ staan. Dat wil zeggen dat er maximaal 7600 euro boete als straf opgelegd kan worden. De categorieën zijn: 1. 390 euro, 2. 3.900 euro, 3. 7.800 euro, 4. 19.500 euro, 5. 78.000 euro, 6. 780.000 euro.Wanneer een geldboete als straf wordt opgelegd, moet door de rechter ook worden uitgesproken dat er vervangende hechtenis is voor wanneer niet betaald wordt. Dat wil zeggen dat de veroordeelde de boete moet betalen óf de cel in moet. De rechter kan per 25 euro geldboete niet meer dan één dag vervangende hechtenis opleggen en kan niet meer dan een jaar vervangende hechtenis opleggen.
Bijkomende straffen
Naast de vier hoofdstraffen die hierboven zijn besproken (gevangenisstraf, hechtenis, taakstraf en geldboete), zijn er ook bijkomende straffen mogelijk. Er zijn drie bijkomende vormen van straf: ontzetting van bepaalde rechten, verbeurdverklaring en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.Bij ontzetting van bepaalde rechten als straf kan worden gedacht aan de ontzetting uit het kiesrecht (zowel actief als passief) als het recht om op te treden als raadsman (advocaat) als het niet meer mogen dienen in het leger. Deze ontzetting wordt voor een bepaalde tijd (en soms levenslang) uitgesproken. Hoe zwaarder de hoofdstraf voor het delict, hoe langer iemand kan worden ontzet van deze rechten.
Verbeurdverklaring richt zich op voorwerpen die bijvoorbeeld zijn gebruikt bij het begaan van een strafbaar feit, die door het strafbare feit zijn verkregen en die de opsporing van het strafbare feit hebben belemmerd. Het verbeurdverklaren van de voorwerpen houdt in dat de dader, als straf, het eigendom van de voorwerpen verliest.
Ten slotte is er nog het openbaar maken van de uitspraak als straf. Dat houdt simpelweg in dat de uitspraak, die normaal gesproken anoniem wordt gepubliceerd, in het geval van deze bijkomende straf niet anoniem wordt gepubliceerd. Iemand wordt dus daadwerkelijk aan de schandpaal genageld.
Een bijkomende straf kan in combinatie met een hoofdstraf of in combinatie met een andere bijkomende straf worden opgelegd.
Maatregelen
Ten slotte is er nog een soort ‘straf’, naast de hoofdstraffen en de bijkomende straffen: de maatregel. Er zijn een aantal maatregelen in het Nederlandse recht, waaronder: plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, ter beschikking stelling (TBS), onttrekking aan het verkeer, ontneming wederrechtelijk voordeel, schadevergoeding en plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD).Het zal duidelijk zijn dat de eerste twee (plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis en TBS) worden gebruikt bij geestesgestoorden.
Onttrekking aan het verkeer lijkt erg op verbeurdverklaring, maar is voornamelijk voor gevaarlijke objecten en kan ook worden uitgesproken wanneer de verdachte is vrijgesproken.
Ontneming van wederrechtelijk voordeel is onderdeel van de zogenaamde ‘Plukze-wetgeving’: criminelen mogen geen voordeel behouden dat ze hebben verworven door hun criminele activiteiten en moeten ‘geplukt’ worden.
Schadevergoeding kan worden toegekend aan het slachtoffer, waarbij de dader dit (niet als straf, maar voornamelijk als compensatie) moet betalen.
Ten slotte is de plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders een maatregel die kan worden gebruikt bij veelplegers, om ze zo weer op het juiste pad te brengen.
Conclusie straffen en maatregelen
Er zijn een flink aantal verschillende soorten straf, waarmee precies kan worden ingespeeld op wat de rechter toepasselijk acht voor de veroordeelde.Desalniettemin is geen ervaring in dit geval de beste ervaring. Word je verdacht van een (ernstig) strafbaar feit en wil je deze straffen ontlopen, dan is het verstandig om je tot een advocaat te wenden.